17 december 2017

Sergej Katsjatrian speelt Sjostakovitsj (Koningin Elisabethzaal Antwerpen - 16.12.2017)

Aangezien ik mijn hand er niet voor omdraai om me ten gepaste tijde onder te dompelen in de ietwat marginalere zelfkant van de maatschappij - en aangezien ik nog een uurtje te doden had -, begaf ik me naar het befaamde danscafé Café Jozef op het Astridplein, teneinde aldaar een paar biertjes te nuttigen, mijn ogen de kost te geven aan het cliënteel en mijn oren te laten vullen door de live gespeelde muziek, afkomstig uit een voorgeprogrammeerde synthesizer. Toen ik wat later het Astridplein overstak en me in de Koningin Elisabethzaal begaf, kon het contrast niet groter zijn. "Wat is de homo sapiens toch een complex en intrigerend wezen !" viel me te binnen, terwijl ik naar de spreker van dienst luisterde die de avond inleidde en de twee composities van vanavond van de nodige uitleg voorzag. Op dat ogenblik was ik me nog niet bewust van de muzikale uppercut die me te wachten stond.

Dimitri Sjostakovitsj was niet alleen een begenadigd componist, maar ook een getalenteerd koorddanser : tijdens heel zijn artistieke carrière diende hij immers een uiterst delicate evenwichtsoefening uit te voeren tussen vrije artistieke en kritische expressie enerzijds, en het in het gareel lopen van de strenge Stalinistische Sovjet-censuur anderzijds. Hij moet indertijd ongetwijfeld een stijve nek gekregen kijken van al dat over-de-schouder-kijken. Die constante onrust zorgde ervoor dat hij sommige composities niet (of pas later) publiceerde. Zo ook het eerste vioolconcerto : gecomponeerd in 1948 maar pas gepubliceerd in 1955.

In 2005 haalde de Armeense violist Sergej Katsjatrian (°1985) de eerste prijs op de Koningin Elisabethwedstrijd met een uitvoering van dit eerste vioolconcerto (video HIER te bekijken) en vanavond had ik het voorrecht mee te maken hoe hij ditzelfde concerto nogmaals bracht, met de Duitser Markus Stenz als dirigent. Ik had me een plaats weten te bemachtigen centraal op de eerste rij, op amper enkele meters van solist en dirigent. O, wat een zaligheid om het concert van zo dichtbij mee te maken : ik zag elke gebroken paardenhaar (en dat waren er nogal wat), hoorde elke zucht en ademstoot van de solist, ervoer elke streek op het instrument, zag elke parelende zweetdruppel op de Armeense wenkbrauwen.

Gedurende het half uur van dit concerto verdwenen tijd en ruimte. Wat deze jonge Armeniër uit zijn viool toverde, was simpelweg verbluffend. Technisch onderlegde toeschouwers zullen zonder twijfel met meer kennis van zaken kunnen verwoorden wat deze solist presteerde. Over dergelijke kennis beschik ik niet, dus kan ik alleen maar een getuigenis afleggen van de emotionele impact en beperk ik me ertoe te zeggen dat mijn hart in mijn borstkas bonkte, dat mijn tong droog tegen mijn gehemelte kleefde, dat mijn traanklieren plotsklaps traanvocht naar mijn ooghoeken dreven, dat mijn synapsen op het randje van kortsluiting stonden ... kortom : dat ik serieus van mijn à propos was. Na afloop van het concerto bleef ik verweesd achter.

's Anderendaags laafde ik me nog meermaals aan diverse uitvoeringen van dit eerste vioolconcerto, waaronder een uitvoering door de legendarische Russische violist David Oistrach, aan wie het werk overigens door Sjostakovitsj opgedragen was.

Na de pauze volgde nog een uitvoering van de eerste symfonie van Gustav Mahler. Maar ik zat tijdens deze symfonie nog teveel in Sjos-modus om ten volle de machten & de krachten van een groot symfonisch orkest te appreciëren. Niet echt mooi van mij om zo weinig aandacht te schenken aan een symfonie waarop Mahler vier jaar had zitten wroeten, maar het was niet anders. Na afloop stak ik opnieuw het Astridplein over op weg naar mijn wagen. Café Jozef zat ondertussen aardig vol en achter de gecondenseerde ramen zag ik dansende silhouetten en hoorde ik een schlager weerklinken. Ja, de homo sapiens is waarlijk een wonderlijk wezen.

Geen opmerkingen: