15 maart 2017

Thurston Moore / Dennis Tyfus / Cameron Jamie (De Studio - 14.03.2017)

Wie had gehoopt dat Thurston Moore vanavond in kunstencentrum De Studio zijn kakelverse single "Cease Fire" en ander nieuw solo-materiaal zou brengen, was eraan voor de moeite. Het concert was aangekondigd als een éénmalige samenwerking van Moore met de Amerikaanse multi-disciplinaire kunstenaar Cameron Jamie en het Antwerpse Ultra Eczema-boegbeeld Dennis Tyfus, dus het stond in de sterren geschreven dat we een avondje taaie avant-garde tegemoet gingen.

En dat was ook precies wat geserveerd werd. Eerst mocht de Sarajevisch-Belgische Mia Prce met haar dromerige solo-synth-project Miaux de debatten openen. Uitgepuurde en onthaastende synth-kraut tegen een backdrop-animatie van duidelijke Tyfus-signatuur (geïnspireerd op de cover van haar laatste album "Hideaway").

Vervolgens een vrij vermoeiende set van het experimentele triumviraat. Tyfus deed datgene wat we hem al enkele keren zagen doen met zijn Vom Grill-project (zoals vorig jaar nog tijdens Uncanny Valley of enkele jaren geleden in het voorprogramma van Body/Head, één van de projecten van Moore's ex Kim Gordon) : het produceren van vocal blubber met enkele cassettedecks, die live tot verminkte samples verwerkt worden. Een vrij beperkt instrumentarium dat duidelijk de limiet van zijn mogelijkheden bereikten tijdens dit (te ?) lang uitgesponnen concert. Onderwijl friemelde, pingelde, streelde en liefkoosde Moore zijn gitaar, terwijl de rol van Jamie vrij onduidelijk was. Hij leek zich te beperken tot het creëren van vocale experimenten en tot het spelen met een theremin-achtig instrument.

Na een twintigtal minuten werd de verknipte geluidscollage afgebroken, blijkbaar - als we Moore mogen geloven - door een kortstondige elektrische panne. Een nieuwe vocale sample van Tyfus zwengelde kort nadien aan tot een soort van beat, voor Moore het signaal om zijn gitaar met meer schwung te lijf te gaan en echo's op te roepen aan de rauwe sound van de Sonic Death-opname van het nog prille Sonic Youth, in de vroege jaren '80 het nest van Glenn Branca verlatend en zoekend naar een eigen geluid. Maar na een tijdje nam de beat de benen en mondde de brij terug uit in de abstracte collage waarmee het concert begon.

Na een uurtje volgde nog een onverwachte bisser, waarbij Fluxus-kunstenaar Ludo Mich - sinds jaar en dag een constante in de entourage van Tyfus - een gastrolletje mocht vertolken. Als een soort van avantgarde-alverman of als een soort van aapje op een experimenteel draaiorgel, brulde en huppelde Mich wat mee. Muzikaal toegevoegde waarde compleet nihil, maar deze veterane snorremans blijft wel amusant om te observeren. "Peace and love ! Peace and love ! Peace and love !" riep Moore het ietwat beduusde publiek toe na afloop van het concert, aldus toch nog een toefje van de "Cease Fire"-boodschap meegevend.

Dergelijke experimentele concerten zijn natuurlijk nooit een luchtige easy listening-ervaring. Meestal geef ik dit soort van concerten het voordeel van de twijfel en kan ik ervan genieten met een "het glas is halfvol"-mentaliteit. Maar doordat dit concert plaatsvond nadat ik de avond voordien het verbluffende concert van James Brandon Lewis mocht meemaken, was het al bij al een eerder magere "het glas is halfleeg"-bedoening. Natuurlijk blijft Moore nog altijd één van mijn helden en een briljante songschrijver, zoals hij op zijn solo-albums blijft demonstreren. Maar wanneer het op experimentele muziek aankomt, blijft zijn voormalige SY-collega Lee Ranaldo toch meestal zijn meerdere.

Geen opmerkingen: