03 januari 2017

Die Zauberflöte (Opera Antwerpen - 29.12.2016)

Het staat me nog voor de geest als zat ik gisteren in de klas : de leraar esthetica - bestaat dat heerlijke vak überhaupt nog in deze door economische wetmatigheden gedomineerde tijden ? - die in mijn retorica-jaar op bevlogen wijze het opera-genre bejubelde als de meest complete van alle kunsten. Want in dat genre ontmoeten talloze disciplines elkaar : literatuur (het libretto), klassieke muziek, dramaturgie, theaterkunst, decorbouw, architectuur, ... Dit pleidooi ten spijt was het er echter nooit van gekomen om live een opera mee te maken, zodat vandaag mijn opera-ontmaagding plaatsvond.


Om de allegorie van de ontmaagding nog even door te trekken : het was een overweldigende ervaring die naar meer smaakte. Maar de eerste keer is daarom meestal niet de beste keer. Mijn opera-inwijding leek dan ook niet op een ontmaagding op een met rozenblaadjes bezaaid hemeldbed met op de achtergrond een zoetgevooisde soundtrack, maar het was eerder alsof het bloempje in zeven haasten werd geplukt in een over kasseien denderende karos. Een dolle rit waarbij het doel werd bereikt, doch met hier en daar een onverhoedse uitschuiver.


De opera in kwestie : "Die Zauberflöte", met een libretto van Emanuel Schikaneder en muziek van W.A. Mozart, geschreven in zijn laatste levensjaar (1791). De opera ging in première in Wenen op 30.09.1791, gedirigeerd door Mozart himself. Amper zes weken later sterft hij. Schikaneder baseerde zijn libretto op het sprookje 'Lulu oder Die Zauberflöte', geschreven door Christoph Martin Wieland en diens kleinzoon. Maar het had net zo goed geschreven kunnen zijn in de jaren '60 na een foute trip op LSD of een ander hallucinogeen middel.


Het verhaal is immers compleet out there. Kort samengevat : prins Tamino en vogelmens Papageno gaan op zoek naar Pamina, dochter van de Koningin van de Nacht, die ontvoerd werd door opperpriester Sarastro. Ze worden daarbij geholpen door een magische toverfluit, al even magische belletjes en door drie mysterieuze knaapjes. Tamino en Papageno bereiken het rijk van Sarastro - die niet the bad guy blijkt te zijn - en vinden Pamina, maar moeten proeven ondergaan om zich waardig te tonen. De Liefde overwint, Tamino neemt Pamina tot zich en ook Papageno krijgt een liefje toegeworpen.


Deze productie van Opera Vlaanderen in een regie van de jonge franco-duitser David Hermann (°1977), is een herneming van 2012. Met Kenneth Tarver als Tamino, Lore Binon als Pamina, Josef Wagner als Papageno, Hulkar Sabirova als Koningin van de Nacht en Ante Jercunica als Sarastro in de voornaamste rollen. Die Zauberflöte is één van de meeste succesvolle opera's uit de muziekgeschiedenis en zit vol symboliek, wat dan ook aanleiding heeft gegeven tot talloze interpretaties in de vakliteratuur en wat dus ook de deur openzet voor regisseurs om hun versie naar het podium te vertalen.


De versie van Hermann was niet onbesproken en leverde o.a. deze harde kritiek in Knack op. Het is kritiek waarin ik wel deels kan meegaan. Vooral op het einde ging het hier en daar mis : waarom de Egyptische tempel van Sarastro in deze productie werd neergezet als een hutje op de prairie en Sarastro als een hillbilly-redneck, is me een raadsel. En één van de proeven voor Tamino werd neergezet als een Russische roulette, die echter compleet niet uit de verf kwam. Hoewel de decors ronduit indrukwekkend waren en de decorwissels vlot verliepen, waren er een tikje teveel wissels.


Maar toch ook kippenvel wanneer Sabirova - op dat ogenblik een beetje jammerlijk in een douchebak staande - de wereldberoemde vloek-aria "Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen" ten berde brengt. Sowieso hét hoogtepunt van de avond, maar ook Jerunica als Sarastro kreeg volkomen terecht zijn deel van het applaus (hoewel hij zijn grote aria ietwat lullig moest vertolken in een bad mét lange onderbroek aan...). De Tamino-figuur vond ik wat bleekjes uitslaan tegenover zijn komische metgezel Papageno, terwijl de Belgische zangeres Lore Binon als Pamina uitstekend haar streng trok.


De slotsom : een topavond en een intrigerende introductie in een door mij tot op heden onontgonnen deel van het muzikale spectrum. En hoewel de gewaagde evenwichtsoefening van Hermann her en der uit balans ging - de overwinning van het Licht op het Duister in het open slotdecor was eerder een flauwe sof dan een beklijvende apotheose - heeft deze productie mijn honger aangewakkerd. Dat staat overigens los van de talloze seksistische toespelingen in het libretto :"Hoedt U voor vrouwenlisten !" "Een vrouw heeft jou dus zo verblind ? Een vrouw doet weinig, babbelt veel." Opera's zijn van alle tijden...

Geen opmerkingen: