20 oktober 2016

PJ Harvey (Vorst Nationaal - 19.10.2016)



PJ Harvey begon reeds op haar vorige album "Let England Shake" (2011) tekenen te vertonen van sociale bewogenheid, omdat dit album deels beïnvloed was door het lezen van getuigenissen van mensen die de conflicten in Irak en Afghanistan van dichtbij hadden meegemaakt. Ook stilistisch zorgde dit album voor een shift t.o.v. haar vroeger werk : minder 'artsy', meer 'folky', een andere manier van zingen, sax i.p.v. gitaar.

Het nieuwe album "The Hope Six Demolition Project" (2016) is een logisch uitvloeisel van deze nieuwe stap in de carrière van Harvey en trekt de sociale bewogenheid naar een hoger niveau. De titel van het album refereert naar het Hope VI Public and Indian Housing-project, een grootschalig project dat werd opgezet door het US Department Of Housing and Urban Development, dat zich omschrijft als "a national action plan to eradicate severely distressed public housing". Met andere woorden : een soort van 'revitaliseringsproject' waarbij problematische sociale woonblokken werden neergehaald om plaats te maken voor meer leefbare alternatieven. Een nobel project, met echter als schaduwzijde het feit dat de oorspronkelijke bewoners vaak niet over de nodige middelen beschikken om zich in de opgefriste woongelegenheden te kunnen vestigen, zodat critici al wel eens de term 'social cleansing' in de mond durven te nemen. In de openingstrack "The Community of Hope" heeft Harvey het over dit sociale project. Wanneer Harvey haar song besluit met de zich herhalende mantra 'they're gonna put a Walmart here', is de sneer naar de Walmart-keten duidelijk. De supermarktgigant kreeg immers in het kader van het Hope VI-project groen licht om grote outlets te openen in stadscentra, op voorwaarde dat ze ook vestigingen zouden openen in sociaal achtergestelde wijken. De vestigingen in de stadscentra kwamen er, die in de slechtere wijken niet. Eén en ander leverde Harvey geen vrienden op in Washington en ze kreeg dan ook kritiek te slikken van diverse politici.

Het album werd geschreven tijdens de reizen die Harvey tussen 2011 en 2014 ondernam - in het gezelschap van de Ierse fotograaf Seamus Murphy - naar Washington, Kosovo en Afghanistan. Sociale achterstand, conflicten en oorlogen vormden dan ook voornamelijk de inspiratiebron voor het nieuwe album. Voeg daarbij ook nog de unieke wijze waarop het album werd opgenomen : aan het publiek werd de kans gegeven om zogenaamde Recording In Progress-sessies mee te maken. In het Somerset House in Londen werd een studio ingericht waar Harvey (samen met producers Mark 'Flood' Ellis en vaste partner in crime John Parish) aan het nieuwe album sleutelde. Het publiek kon intekenen om deze opnamesessies te observeren (de studio was ingericht met éénrichtingsglas, zodat Harvey & co het publiek niet konden zien).

Na diverse luisterbeurten is het nieuwe album serieus onder mijn vel gekropen. Het pleit voor Harvey dat ze zich op deze wijze engageert. Maar hoge bomen vangen natuurlijk veel wind. Het was te verwachten dat ze kritiek te slikken zou krijgen. Kritiek in de trant van : het is gemakkelijk om vanuit je creatieve ivoren toren goedbedoelde projecten op de korrel te nemen zonder alternatieven aan te reiken. Maar het aanreiken van oplossingen lijkt me niet de taak van de kunstenaar te zijn. Het op de agenda plaatsen van problemen is vaak een eerste stap en het siert Harvey dat ze haar positie van invloedrijke artieste op deze wijze gebruikt.

Dit alles om het nieuwe album een beetje in context te plaatsen. Maar hoe zou dat zich vertalen naar een live-concert, en dan nog wel in die ongezellige Vorst Nationaal-bunker ? Laat ik maar meteen van wal steken met de conclusie : het vertaalde zich geweldig en leverde één van de beste concerten op die ik in geruime tijd gezien heb. Alles aan dit concert ademde soberheid, muzikaliteit, oprechtheid en gedreven vakmanschap uit.

Om te beginnen : soberheid. Harvey is natuurlijk nooit de dame geweest die haar concerten opsmukte met speciale effecten, glitter-kanonnen en rookmachines. Maar vanavond ademde alles een sfeer van soberheid uit. Geen voorprogramma, zelfs geen achtergrondmuziek voor het concert, een eenvoudig aangekleed podium waarbij - enkel door subtiel wijzigende lichteffecten - het ruitjespatroon van de backdrop wijzigde. En zelfs het absolute gebrek aan communicatie met het publiek paste wonderwel bij deze algehele sfeer. Welgeteld één 'thank you' en het kort en zakelijk voorstellen van de begeleidingsband : daarmee moest het publiek het doen. Maar dat stoorde niet. De muziek sprak voor zich, zonder dat er nood was aan oeverloos gezwam om de politiek-sociale boodschap extra in de verf te moeten zetten. Het zou de boodschap alleen maar onderuit gehaald hebben. De val van saaie drammerigheid werd alzo netjes ontweken.

Nu ik de begeleidingsband vernoemd heb, kom ik uit bij het aspect 'muzikaliteit'. Ik maakte het concert van dichtbij mee (op pakweg de vijfde rij) en daar voltrok zich een wonder : in combinatie met mijn op maat gemaakte oordopjes, klonk het geluid perfect. En samen met de sobere aankleding vergat ik compleet dat ik in Vorst Nationaal stond, maar leek het eerder op een intiem clubconcert voor een handvol mensen. De begeleidingsband (een 9-tal heren waaronder John Parish, allen in zwarte kledij gehuld) was superieur. Bijna allemaal multi-instrumentalisten. En de mannelijke vocalen - die zeer vaak in meerstemmigheid voor vocale ondersteuning zorgden - riepen een bijna rituele gospel-sfeer op.

Ik twijfel na dit concert ook geen seconde meer aan de oprechtheid van Harvey. Ze leek echt te geloven in haar boodschap en haar concert was niet zozeer het afwerken van nummers, maar eerder een vorm van 'performance art'. Ze bespeelde bijna nooit een instrument (slechts enkele keren sax), maar focuste zich geheel op de vocalen en op de ondersteunende subtiele handgebaren. Het deed bijna denken aan een minimalistische choreografie voor hand & hoofd. Charisma in abundance, gekleed in haar zwarte vedertooi, een kort zwart-lederen rokje en de obligate zwarte boots.

En al deze aspecten laten zich optellen tot gedreven vakmanschap. De edele kunst der songsmederij heeft Harvey al lang onder de knie, maar nu zij dat aspect gepaard heeft met een sociaal bewustzijn, lijkt haar kunst een nieuw niveau van maturiteit te bereiken. Vanaf het ogenblik dat Harvey met haar band het podium betrad als een heuse 'marching band' (om in te zetten met 'Chain of Keys') tot de laatste tonen van de afsluitende bisser 'Guilty' (een nieuw nummer dat niet op het nieuwe album verscheen maar als appendix-single werd uitgebracht) : de vibe zat constant goed.

En de setlist ? Uiteraard werd het nieuwe album quasi integraal gebracht, aangevuld met enkele oudere nummers (voornamelijk uit "Let England Shake", wat qua algemene sfeer goed aansloot bij de Hope Six-nummers). Het hevig rockende tempo-nummer '50ft Queenie' (uit "Rid Of Me" 1993) is een heerlijk nummer, maar voelde toch een beetje aan als de vreemde eend in de bijt. En klassieker "Down by the water" kwam ook eerder over als een obligaat gespeeld hitje. Maar dat is natuurlijk spijkers op laag water zoeken, want beide songs staan als het spreekwoordelijke huis. Net zoals het tergend traag snerpende "To bring you my love". En nadat aan Bob Dylan de Nobel-prijs voor literatuur werd toegekend, nam Harvey in naar laatste concerten van deze tournee als eerbetoon ook haar oude cover van diens 'Highway 61 Revisited' (uit 'Rid Of Me') op in haar set-list als eerste bisser.

Een groots concert van een grote dame.


Set-list :

1. Chain of keys
2. The ministry of defence
3. The community of hope
4. The orange monkey
5. Let England shake
6. The words that maketh murder
7. The glorious land
8. Written on the forehead
9. A line in the sand
10. To talk to you
11. The devil
12. Dollar, dollar
13. The wheel
14. The ministry of social affairs
15. 50ft queenie
16. Down by the water
17. To bring you my love
18. River Anacostia
---
19. Highway 61 revisited
20. Guilty

Geen opmerkingen: